AMSTERDAM (Reuters) – De Europese Unie zal 133 miljoen euro ($142 miljoen) investeren in proefproductiefaciliteiten voor fotonische halfgeleiders in Nederland, aldus het Nederlandse ministerie van Economische Zaken op maandag.
De financiering maakt deel uit van een totaalbedrag van 380 miljoen euro dat is gericht op het opzetten van productiefaciliteiten voor fotonische halfgeleiders in heel Europa in het kader van de zogenaamde Chips Joint Undertaking, een Europees publiek-privaat partnerschap om onderzoek en ontwikkeling in de halfgeleiderindustrie te bevorderen.
Fotonische halfgeleiders gebruiken licht in plaats van elektronen om berekeningen uit te voeren, met voordelen op het gebied van snelheid en energieverbruik, wat ze steeds geschikter maakt voor toepassingen zoals datacenters en auto's.
"Fotonica is een technologie van strategisch belang," zei de Nederlandse minister van Economische Zaken Dirk Beljaarts in een verklaring.
"Ons doel is om een sterke Europese concurrentiepositie te creëren. Van kennis, innovatie en toeleveringsketens tot eindproducten."
Bestuurders van een groep van Europa's grootste bedrijven op het gebied van fotonische computerchips riepen de Europese Unie vorig jaar op om de groeiende industrie te ondersteunen met 4,25 miljard euro aan financiering, zodat deze kan concurreren met rivalen in Azië en de Verenigde Staten.
Nadat de Europese Commissie voormalig president van de Europese Centrale Bank Mario Draghi had gevraagd om te onderzoeken hoe de EU zijn groenere en meer digitale economie concurrerend kan houden in een tijd van toenemende mondiale spanningen, concludeerde Draghi in een rapport in september dat het blok veel meer en veel sneller moest investeren om economisch gelijke tred te houden met de VS en China.
De werkzaamheden aan de Nederlandse faciliteiten zullen naar verwachting in 2025 van start gaan, onder leiding van de universiteiten van Eindhoven en Twente in samenwerking met het Nederlandse kennisinstituut TNO. Bedrijven die van de faciliteiten gebruik maken, zullen mede-investeren.
Het is echter jammer dat Nederland zich nu steeds meer anti-migratie opstelt. Als recruiter heb ik de afgelopen 15 jaar van dichtbij gezien hoe organisaties floreerden dankzij buitenlands talent. Buitenlandse professionals hebben keer op keer bewezen onmisbaar te zijn in het versterken van innovatie en het dichten van de gaten in de arbeidsmarkt.
Daarnaast zie ik met eigen ogen dat het aanbod van Nederlandstaligen van eigen bodem steeds schaarser wordt. Dit is niet alleen te wijten aan de lage geboortecijfers, maar ook aan de voorkeur van veel jonge Nederlanders om studies te volgen die niet gericht zijn op bètawetenschappen en techniek.
Dit maakt het des te belangrijker om open te staan voor internationale professionals die deze kritieke tekortkomingen kunnen opvangen en bijdragen aan de toekomst van de Nederlandse economie. Hierbij is het belangrijk ons tweeledig op het migratievraagstuk te richten. Een deel daarvan zal gericht zijn op mensen die hulp nodig hebben.
Het grootste deel zal uit eigenbelang zich moeten richten op migratie van kwaliteit dat ons verdienvermogen verbetert. Hierbij zou een puntensysteem zoals andere landen hebben kunnen helpen.
Ook recente thema's als het inperken van Engelstalige studies zullen naar mijn idee Nederland niet helpen.
Hoe we het ook bekijken, Nederland is een handelsnatie en zal zich altijd pragmatisch moeten opstellen, met een open blik naar de rest van de wereld.
Doen we dat niet, dan moeten we bereid zijn om een deel van onze welvaart in leveren.