Spanje is het op één na laatste land met de slechtste score op belastingen op spaargeld, vermogen en onroerend goed van belastingbetalers.
De Fiscale Concurrentie-index (ICF), gepubliceerd door de Tax Foundation en in Spanje verspreid door het Instituto de Estudios Económicos (IEE), is een referentie-instrument voor de analyse van het belastingstelsel van OESO-landen. Het biedt een realistischer beeld van de vergelijkende situatie van elk van hen en gaat verder dan het simplistische gebruik van de belastingdruk als enige referentiepunt voor dit soort analyses.
In het 2024-rapport van de ICF wordt, net als in voorgaande jaren, het schadelijke effect belicht dat de voortdurende belastingverhogingen en de invoering van nieuwe heffingen hebben op de fiscale concurrentiepositie van Spanje. Deze maatregelen raken vooral bedrijven en vertalen zich uiteindelijk in effecten op werkgelegenheid, lonen en investeringen. Het IEE stelt dat "de economische logica ons leert dat, integendeel, elke verhoging van de belastinginkomsten moet worden bereikt door het vergroten van de belastinggrondslag, waarbij formules worden gezocht die investeringen en werkgelegenheid bevorderen. Hiervoor moet elke hervorming zorgvuldig worden overwogen, de economische effecten worden geëvalueerd en worden uitgevoerd met stabiliteit als doel, aangezien anders ongewenste effecten ontstaan op economische activiteit en een ongelijke verdeling van de fiscale last die niet neutraal is en de beginselen van billijkheid en efficiëntie schaadt die een belastingstelsel zouden moeten inspireren."
Sombere belastingconcurrentiepositie van Spanje
Een paar weken geleden waarschuwde het Instituto Juan de Mariana in zijn rapport Populisme in de belastingheffing voor maar liefst 81 belastingverhogingen en bijdragen onder het bewind van Pedro Sánchez, naast 46 nieuwe belastingvoorstellen die onlangs door de PSOE zijn ingediend.
Zo staat Spanje in 2024 op de 33e plaats van 38 beoordeelde landen in de ICF, een verslechtering ten opzichte van de 31e plaats in 2023 en ver onder de 27e plaats in 2020. Dit duidt op een drastische achteruitgang, vooral gezien het feit dat de uitgangspositie al negatief was.
Verder blijven we ver achter bij het OESO- en EU-gemiddelde en scoren we bijna 50% lager dan de best presterende economieën, met de Baltische staten opnieuw als leidende voorbeelden.
Belangrijkste bevindingen van het rapport
De ICF omvat 42 fiscale variabelen, gegroepeerd in vijf hoofdcategorieën:
- Vennootschapsbelasting
- Inkomstenbelasting
- Consumentenbelasting
- Vermogens- en eigendomsbelasting
- Behandeling van internationale inkomsten
Het rapport noemt Estland opnieuw als het meest competitieve belastingstelsel binnen de OESO, gevolgd door Letland, Nieuw-Zeeland, Zwitserland en Litouwen. Spanje scoort echter slecht in meerdere categorieën, vooral op het gebied van eigendoms- en vermogensbelastingen.
Om de negatieve trend te keren, stelt het rapport dat Spanje dringend zijn belastingstelsel moet hervormen, met name de belastingen op bedrijven en vermogens. Vergelijking met Zweden laat zien dat hervormingen volgens dit model de positie van Spanje in de ICF aanzienlijk zouden kunnen verbeteren.