BRON: RTLZ.NL
De verborgen kosten van zzp-beperkingen in zorg, onderwijs en kinderopvang: Een melkkoe voor de overheid.
Inhuur via detachering: 39% duurder dan zzp’ers
Zorgorganisaties, scholen en kinderopvangcentra worden geconfronteerd met stijgende kosten door nieuwe beperkingen op de inhuur van zzp’ers. Deze instellingen, die al onder druk staan door personeelstekorten en financiële uitdagingen, moeten nu vaker gebruik maken van uitzend- en detacheringsbureaus. Helaas brengt deze oplossing aanzienlijk hogere kosten met zich mee, blijkt uit onderzoek van ABN Amro.
Waarom is inhuur via tussenpersonen duurder?
Zzp’ers in de zorg, onderwijs en kinderopvang vallen onder een btw-vrijstelling. Dit betekent dat zij geen btw (21%) hoeven te berekenen op hun facturen, wat een directe kostenbesparing is voor de inhurende organisatie. Uitzendbureaus en detacheringsbureaus zijn echter niet vrijgesteld van btw en berekenen dit standaard door.
Daarnaast rekenen deze tussenpersonen commissies voor hun diensten. Volgens ABN Amro is een marge van 15% op het loon heel gebruikelijk. In combinatie met de btw resulteert dit in een totaalplaatje waarbij een uitzendkracht 39% duurder is dan een zzp’er. Dit leidt tot een situatie waarin de bedrijven duurder uit zijn, de consument duurder uit is, en een hele grote groep ZZP-ers hun vrijheid kwijt zijn en verplicht in dienst moeten.
Lage inzet van uitzendkrachten in semipublieke sectoren
Niet verrassend, maken semipublieke instellingen zoals zorgorganisaties en scholen momenteel relatief weinig gebruik van uitzendkrachten. Uit cijfers blijkt dat slechts 1,4% van de werkzame beroepsbevolking in de zorg als uitzendkracht werkt. Voor kinderopvang en onderwijs liggen die percentages respectievelijk op 1,5% en 1,7%, aanzienlijk lager dan het nationale gemiddelde van 4%.
Mario Bersem, sectoreconoom Zakelijke Dienstverlening bij ABN Amro, stelt dat deze lage percentages vooral te wijten zijn aan de hogere kosten.
De zoektocht naar oplossingen
De overheid wil met de maatregelen schijnzelfstandigheid terugdringen, maar de kosten voor alternatieve arbeidsvormen maken dat scholen en zorginstellingen juist aantrekkelijk blijven voor zzp’ers.
Bersem pleit daarom voor een btw-vrijstelling voor uitzendkrachten, vergelijkbaar met die van zzp’ers. Dit zou de kosten verlagen en instellingen meer flexibiliteit geven. Echter, deze vrijstelling zou de overheid naar schatting 300 miljoen euro kosten aan misgelopen belastinginkomsten.
Zelfs met een btw-vrijstelling blijven er financiële obstakels, aangezien detacherings- en uitzendbureaus commissies blijven rekenen. Dit betekent dat de financiële kloof tussen zzp’ers en uitzendkrachten niet volledig kan worden gedicht.
Impact op de toekomst van werk in de zorg, onderwijs en kinderopvang
De vraag naar personeel in de zorg, onderwijs en kinderopvang blijft hoog. Instellingen balanceren tussen het beheersen van kosten en het bieden van kwalitatieve zorg en onderwijs. Het beperken van zzp-inhuur kan leiden tot hogere kosten en mogelijk minder flexibiliteit voor werkgevers.
De discussie rondom btw-vrijstelling en alternatieve arbeidsvormen benadrukt de noodzaak van een doordachte aanpak. Het is essentieel dat beleidsmakers rekening houden met de financiële en praktische gevolgen voor semipublieke instellingen, terwijl ze streven naar eerlijke arbeidsvoorwaarden en duurzame werkgelegenheid.
Conclusie:
Hoewel de intentie achter de zzp-beperkingen begrijpelijk is, dreigt de huidige aanpak instellingen in de zorg, onderwijs en kinderopvang op kosten te jagen. Zonder structurele oplossingen, zoals een btw-vrijstelling of hervorming van de commissiestructuur, blijven de hogere kosten een uitdaging. Het gesprek over de toekomst van arbeid in deze sectoren is daarmee relevanter dan ooit.
Voor nu lijkt het op een ordinaire belastingverhoging van de regering.